Home › Forums › Extern (KNSB seizoen 2021-2022) › KNSB SISSA 2 › Reageer op: KNSB SISSA 2
Vijf februari was het eindelijk zo ver: we mochten weer aantreden voor een competitieronde. Wanneer was de vorige keer? Dagen geleden? Weken? Maanden? Jaren? Geen idee. Lang geleden vond iemand in China het nodig om een vleermuissoepje te nuttigen en sindsdien is mijn gevoel voor tijd verdwenen. Ik keek als voorbereiding voor dit verslag even naar de rating-grafieken van onze spelers: die vertonen al een jaar of twee geen teken van leven. Treurig. Hopelijk komt daar vanaf nu verbetering in.
Maar goed, waar was ik. Afgelopen zaterdag. Het denksportcentrum was nog als vanouds, met Ria achter de toog alsof ze nooit is weggeweest. Een goed begin van de dag. Ons team, Sissa 2, aangekondigd door de teamcaptain van de tegenstander als een ‘criminele organisatie’ moest aantreden tegen het 4e van GUC. Als je je tegenstander een criminele organisatie noemt schiet je jezelf eigenlijk in de voet. Want heeft Willem Holleeder ooit een potje schaken verloren? Of Pablo Escobar? Ik denk het niet. Er is niemand om het na te vertellen in elk geval. Ook GUC 4 lag snel onder de zoden.
Nu volgt een korte omschrijving van de gespeelde partijen. Met mijn gebruikelijke kanttekening dat 1) ik meestal geen tijd heb om de andere partijen te volgen en 2) voorzover ik de andere partijen volg ik toch niet snap wat er gebeurt op het bord. Dus, neem mijn analyses met een snuf zout.
Op het eerste bord speelde Sjoerd zijn gebruikelijke scherpe Morra. Er werd thematisch een stuk op d5 te koop aangeboden, een kwaliteit werd geofferd en het spel bleef de hele partij vlijmscherp. Taco verdedigde echter sterk, kwam wellicht zelfs wat beter te staan op een gegeven moment maar de pot eindigde in remise.
Willem, onze kersverse vader, te herkennen aan de blauwe wallen onder zijn ogen, speelde op bord twee naar eigen zeggen een “nietszeggend gelijkspelletje”. Toen ik even meekeek (het was een van de weinig stellingen die een beetje overzichtelijk was) leek de stelling van Willem me vervelend – een ontwikkelingsachterstand, een slechte witte loper en wat problemen op de achterste rij. Maar er was niet echt wat aan de hand, een paar accurate zetten later had Willem al zijn problemen opgelost en werd het een snelle remise. Om drie uur konden thuis de luiers alweer verschoond worden.
Op bord drie speelde Niels tegen Jaap Ham. Een Siciliaan. Jaap Ham gooide enthousiast een hoop pionnen naar voren met zwart zonder te rokeren. Al snel stond de zwarte koning open en bloot – helaas was dat ook het geval met de bilnaad van Jaap Ham in de speelhal. Meester Niels liet zich gelukkig niet afleiden, won de zwarte dame en speelde de partij eenvoudig uit. Het recht zegevierde.
Wouter speelde op bord vier Engels, kreeg een prima stelling maar besloot om zijn aandacht te richten op de d3 pion, die in het grotere geheel achteraf niet zo belangrijk bleek te zijn. Wit kreeg een sterk pionnencentrum en een aanval op de koning, won een kwaliteit en in een paar zetten ging de evaluatie helemaal de verkeerde kant op.
Bord vijf: Vader in spe Tjeerd belandde in een chaotische stelling met zijn koning op e3 en nog een hele hoop stukken op het bord. Misschien had zwart met wat accurate zetten een sterke aanval kunnen opzetten maar Tjeerd bleef koel, deed simpelweg betere zetten dan zijn tegenstander en toen zijn tegenstander met een tussenschaakje een toren weggaf was het snel afgelopen.
Van wat er op bord zes gebeurde heb ik niet heel veel meegekregen. Sophie belande in een eindspel met twee torens tegen een dame en hoewel die stelling in theorie wellicht gelijk was probeerde wit enthousiast een matnet te weven. Daardoor bleef de witte koning echter helemaal in zijn eentje achter op h1 en uiteindelijk was het niet de zwarte, maar de witte stelling die een gatenkaas bleek te zijn. Met deze overwinning haalt Sophie de 1800 rating, als ik het goed begrepen heb gisteren. Proficiat!
Op bord zeven zat Ruben te gieren van de zenuwen. Hij belandde in een opening die hij niet echt kende en zat al snel radeloos achter het bord, ook al was zijn stelling helemaal niet zo slecht. Op zet 37 had z’n tegenstander nog een mooi paardoffer kunnen spelen (.. Pe3!). Maar goed, wat maakt dat uit, achteraf makkelijk praten als je de siliconen vriend even hebt aangeslingerd. Het was gewoon een prima, spannende partij. Niet vergeten dat Ruben nog maar een handjevol competitierondes heeft gespeeld. Nog een beetje praktische ervaring omdoen, dan gaat de hartslag vanzelf omlaag en de rating omhoog.
Ondergetekende speelde op bord acht tegen Johan Zwanepol, een oudgediende van een jaar of 85 (?). De vorige ronde speelde ik tegen Henk Seijen (ook een jaar of 90). Een eer om te spelen tegen zulke legendes, echt schitterend dat je op die leeftijd nog schaakt in competitieverband. hopelijk is ons dat ook gegund. Tegelijkertijd denk je natuurlijk ook: als ik maar niet verlies van zo’n oude bok! Dat gebeurde gelukkig niet. Johan gaf op zet 14 een sappige centrumpion weg. Vanaf dat moment was mijn strategie samen te vatten als: ik schuif slapjes door en dan blundert hij vast nog wel wat. Een voorbeeld: mijn witte loper gedurende de partij: c8 – e6 – c8 – f5 – e6 – d7 – c8. Geen enkele ambitie. Rond zet 35 kon ik breken in het centrum met e5, mijn enige actieve zet van de pot. Vrij snel daarna won ik een kwaliteit en toen was de partij bezegeld. Stiekem ben ik wel tevreden. Simpele zetjes, geen blunders, geen tijdnood, geen moment in echt gevaar. Het wint geen schoonheidsprijs maar misschien moet ik maar accepteren dat ik diep van binnen zo’n laffe schaker ben en niet meer zo’n frivole aanvalskunstenaar als, bijvoorbeeld, Sjoerd of Jorn.
Al met al een leuke middag! De afterparties heeft deze oude heer gemist maar die waren ongetwijfeld ook een succes. Mocht de lezer daar een verslag van willen hebben dan is hij op andere teamleden aangewezen.
Ik heb nog wel een laatste kanttekening: Hoe GUC-er Jaap H. zich gedraagt in de speelzaal is een aanfluiting voor GUC en deze competitie onwaardig. De middag was nog leuker geweest als hij zich wat beter gedraagt of, als dat niet kan, thuisblijft.