SISSA 1 – Max Euwe 3

Eigenlijk moet de 4 – 4 tegen Almere in de vorige ronde worden gezien als een lichte aberratie, gezien het spel wat we tegenwoordig op het bord brengen. Hadden we toen met iets meer opkomstovertuiging kunnen winnen. Max Euwe 3 heeft in deze laatste ronde voor de winterstop een vergelijkbaar probleem, ze moeten een bord onbezet laten. Ironisch is dat wij nu een speler te veel hebben. Marcel, die zich na een kortstondig polemiekje met Maarten R. terugtrok, is na een verzoenend gesprek weer liefdevol opgenomen in de gelederen. Hij mag in mijn plaats spelen.

Het wordt nog gekker. Maarten H. meldt zich ter plekke voor actieve dienst. Had door een vakantie in Saoedi Arabië, waarvan hij net terug is, niets meegekregen van voorafgaand appverkeer. Gezien ons probleem in Almere meende hij waarschijnlijk subiet achter een bord te worden geplant. Hij speelt dan maar tegen Wouter, die zich geconfronteerd ziet met N.O. van de Enschedeërs, een privé pot.

Raymon speelt wegens kleursaldo op 1 ipv 4. Die jongen speelt zoals Marokko voetbalt. Nou ja, met uitzondering van de laatste twee wedstrijden. Zo van: je lijkt wel aardig te staan, maar als je uit frustratie omdat het desondanks niets oplevert, fouten maakt, sta ik klaar om toe te slaan. Dat gebeurt. De Enschedeërs, een mix van meest grote ruige en kleinere breekbaar uitziende ouderen, hebben tegen Raymon een speler uit de laatste categorie afgevaardigd. Niet dat dat per sé invloed op zijn spel zou moeten hebben, maar hij komt een pion achter te staan, en later zelfs een tweede, waardoor Raymon weinig moeite heeft het eindspel te winnen.

Mathijs speelt tegen een opponent uit de ruige categorie. Volgens Mathijs maakt hij zelfs dienovereenkomstige geluiden tijdens de partij. Een soort gerommel. Dat helpt hem niet. Mathijs brengt hem met zo op het oog zorgvuldig manoeuvreren in problemen op de damevleugel En in lichte tijdnood. Ik stel vast dat de man al een zet of vijf niet meer noteert en sommeer hem om de administratie in orde te brengen. Dat doet hij met tegenzin, daarbij ongevraagd de notatie van Mathijs als geheugensteun ter hand nemend. Mathijs kan er alleen maar om lachen. Even ben ik bang dat er na ruil van de laatste toren een ongelijk lopereindspel resteert, maar Mathijs rekent terecht op de kracht van twee verbonden vrijpionnen.

Kenneth treft ook al zo’n beer. Van zijn spel heb ik niet zoveel meegekregen, maar genoeg om te zien dat hij langzaam op een koningsaanval aanstuurt die eerder kan aankomen dan die van zijn tegenstander. De heren hebben ongelijk gerokeerd. Ook verbruikt Kenneth veel minder tijd. Hij is vrij snel klaar als alle lichte stukken zijn geruild en zijn opponent minder efficiënt omgaat met het zware materieel. Dat gevoegd bij een slechte koningsstelling, waarbij een dae binnenvalt op de 7e rij, en het punt is binnen.

Edim, zelf eigenlijk ook wat ruig, krijgt beer nummer drie. Hij rookt sigaren die telkens worden opgediept uit een doosje dat in een rugzak zit. Veel bijzonders valt er nog niet te melden over de partij, of het moet zijn dat Edim een remise-aanbod krijgt. Wat hij afwijst. Ter verklaring zegt Edim dat hij er op speculeert dat zijn tegenstander, gezien diens leeftijd, vermoeid kan raken in ‘het vijfde uur’. En verdomd, dat lijkt het geval. Edim kan een comfortabel toreneindspel voeren met een pion meer. Drie verbonden vrijpionnen lijken goed voor winst, maar op de andere vleugel moet wel wat worden gestopt. Als dat lukt, permitteert Edim zich nog een frivoliteit door zijn toren te offeren voor promotie. Dat is bepaald niet de sterkste zet, maar zijn overblufte tegenstander geeft op.

Tja, dan Eric Jan, die ik ook wel een beetje ruig vind. Speelt tegen nog breekbaarder oudere heer dan de opponent van Raymon. Moet zich, bij zijn verplaatsingen om de situatie op de andere borden te bekijken, zelfs ondersteunen met de rugleuningen van de stoelen. Maar zijn spel is robuust. Met positioneel sterke zetten brengt hij EJ in problemen. Na versplintering van de koningsstelling heeft ‘ie wel een open g-lijn, maar daar kan hij niet veel mee doen. Verliest geruisloos. ‘In een grafstelling kun je niet verwachten dat je dat oplost met een wonderzet’, aldus EJ. Daar laat ik het maar bij.

Maarten R. en Marcel zien allebei een uit de kluiten gewassen Enschedeër tegenover zich. Niettemin gaat het op deze twee laatste borden op rolletjes. Ze hebben ieder een pluspion. Natuurlijk wel even de bijna onvermijdelijke repercussies van die snoeperijtjes pareren. Dat gaat Marcel aanvankelijk goed af. Hij weet na teruggave van de pion zelfs een kwaliteit te winnen. Gaandeweg komt hij toch in problemen. De vijandelijke stukken ontwikkelen dermate activiteit dat de stelling van Marcel verandert in een rokende puinhoop. Hij kan in tijdnood de complicaties niet meer overzien en verliest een stuk. En dan is het zelfs verloren. Gebeurt ook. Maarten lijkt de pluspion te consolideren. Wat er daarna gebeurt is grotendeels aan mijn waarneming onttrokken. Zelf weet hij ook niet wat er misging, maar feit is dat hij eerst een kwaliteit inlevert en daarna volstrekt onnodig een pion. Het eindspel van loper tegen toren met ieder twee pionnen weet hij toch remise te houden doordat de vijandelijke pionnen zwak zijn en zijn koning ze voortdurend kan belagen. Als zijn tegenstander ook niet meer weet wat hiertegen te verzinnen is, strekt die de hand uit.

Met vijf matchpunten zijn we opgeklommen naar de middenmoot. Niet dat we nou zo bang waren voor degradatie nadat we de eerste twee wedstrijden verloren, maar je weet nooit. Een waarschuwing: de vier slechtste nummers acht in de derde klassen degraderen ook.

Carl

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *